Voor Jeanine Vos (30) stond het al sinds haar kinderjaren vast: ze wilde niets liever dan juf worden. Dankzij A’DAM Onderwijs ervaart ze vrijheid, flexibiliteit en afwisseling in haar werk. En niet onbelangrijk, ze kan op deze manier het beroep van leerkracht dit jaar uitstekend combineren met haar andere grote passie: ski- en snowboardles geven in de Oostenrijkse bergen.
Jeanine, waarom heb jij gekozen voor het onderwijs?
“Ik wist eigenlijk altijd dat ik voor de klas wilde staan. In groep 4 tekende ik mezelf al met een aanwijsstok. Die tekening heb ik trouwens nog steeds. En later heb ik nooit getwijfeld. Ik wilde maar één ding: juf worden. In groep 8 had ik het al helemaal uitgestippeld. Ik kreeg een vmbo-advies dus ik kon niet direct naar de pabo. Geen probleem, dan ging ik wel na het vmbo eerst de mbo-opleiding onderwijsassistent doen. Zo overtuigd was ik. Maar op het vmbo haalde ik alleen maar tienen en kon ik toch doorstromen naar de havo. En uiteindelijk dus toch direct door naar de pabo.”
Waar komt die wens om voor de klas te staan vandaan?
“Ik denk dat het mij echt gaat om het helpen van kinderen. Om het beste uit hen te halen. Zodat ze een goede burger worden. Dat vind ik het heel belangrijk. Als juf van groep 7 probeer ik, naast de reguliere lesstof, dat sociaal emotionele goed bij te brengen. Ik doe dan ook extra mijn best om sociale klassen te creëren. Waarmee we kunnen stilstaan bij maatschappelijke onderwerpen, zoals de LHBTIQ-gemeenschap. Het is fijn als je goed kan rekenen of schrijven, maar ik vind het veel belangrijker dat je goed en bewust in de maatschappij kunt meedraaien en daar je talenten ontwikkelt. Dat is echt mijn drijfveer als juf.”
Kan je uitleggen waarom A’DAM Onderwijs in deze fase van je leven zo goed bij je past?
“Naast dat ik juf ben, ben ik ook ski- en snowboardinstructeur. In 2019 heb die opleiding afgerond en ik wilde heel graag dit winterseizoen ook aan de slag in Oostenrijk. Met A’DAM Onderwijs heb je die flexibiliteit. Ik heb nu tot december fulltime als juf gewerkt. A’DAM roostert mij in op verschillende scholen, wat ook echt mijn wens was omdat ik veel verschillende scholen wilde zien. Soms stond ik op drie verschillende scholen in een week. Wel vond ik het belangrijk om dat voor een langere periode te doen zodat ik de scholen ook echt kon leren kennen. En vanaf december ben ik aan het werk in de sneeuw. Voor mij is dit ideaal.”
Is dat goed te doen, drie verschillende scholen in een week?
“Ja, dat vind ik wel. Je hebt dan natuurlijk minder verantwoordelijkheden dan de vaste juf. Van die drie scholen werkte ik er bij twee maar één dag per week. Dan kom je echt alleen een dag lesgeven. Zaken als administratie, oudergesprekken, de zorg voor kinderen buiten school, dat valt dan allemaal weg. Dat zijn de dingen die een juf of meester die er langer is dan oppakt. Daarom is het goed te combineren. Bij de school waar ik drie dagen in de week werkte, had ik die verantwoordelijkheden wel.”
Je hebt eerder in Woerden lesgegeven. Is dat een groot verschil met Amsterdam?
“Ja, het is wel een beetje anders. Woerden is natuurlijk een veel kleinere stad dan Amsterdam. Ik vind vooral het onderwijspersoneel hier veel gebekter. Iedereen weet heel goed wat ze willen. En gaan daar ook voor. En je hebt te maken met andere kinderen. Wat echt niet betekent dat kinderen op een kleinere stadsschool makkelijker zijn. Maar Amsterdam heeft gewoon een ander type inwoner. Creatiever vooral. En dan krijg je automatisch ook andere kinderen in je klas. En daarnaast verschilt het in Amsterdam enorm in welk gebied je lesgeeft. Je krijgt als juf ook meer te maken met culturele verschillen. Ik heb lesgegeven op een school waar niemand de Nederlandse nationaliteit had. Ik vind dat heel interessant, hoe verschillende etniciteiten met elkaar mengen in een klas. Het maakt je groep heel divers. Maar als je in bijvoorbeeld Zuid lesgeeft, bestaat je klas weer overwegend uit witte kinderen. Amsterdam kent vele gezichten, dat maakt het mooi.”
Met je dienstverband bij A’DAM Onderwijs werk én woon je nu ook in dezelfde stad. Hoe bevalt dat?
“Heel goed, Amsterdam is een hele leuke stad. Voorlopig woon ik hier echt nog wel met veel plezier. Het bruist, er is altijd iets te doen, de terrasjes, de cafés, de winkeltjes, restaurants, echt alles is in de buurt. Dat vind ik heel chill. Je springt gewoon op je fiets en je bent er. En ik vind de mensen hier echt leuk. Amsterdam kan heel groot zijn, maar het is ook gemoedelijk. Bijvoorbeeld het contact dat ik heb met mijn buren. Gewoon even een praatje als je thuiskomt. Ik woon boven een restaurant en de obers kennen me inmiddels allemaal. Dat geeft een thuis-gevoel. En hetzelfde geldt voor het werk. Alles is bereikbaar. Dus de combinatie om hier te wonen en te werken bevalt uitstekend.”
Terug naar het overzicht
