Verhalen

In mijn lessen kan ik veel van mijzelf kwijt

Pauline (37) werkt als trainee in het onderwijs. Via het PABO-traineeship van A’DAM Onderwijs leert zij het onderwijs kennen door eerst als onderwijsassistent aan de slag te gaan. In de tussentijd rondt ze de verkorte deeltijd PABO-opleiding af. Een mooie manier om te ontdekken wat écht bij haar past. Want door de samenwerking met A’DAM Onderwijs heeft ze niet alleen zelf de regie over haar planning, ze kan ook nog eens in de keuken kijken van veel verschillende scholen!

Kan je uitleggen wat het inhoudt om als trainee in het onderwijs te werken?

“Als je een zij-instroom traject doet, sta je eigenlijk al na drie maanden zelfstandig voor de klas. Als trainee krijg je een wat zachtere landing door eerst als onderwijsassistent te werken. Zo kan je eerst goed meekijken wat er allemaal bij het lesgeven komt kijken voordat je het echt zelf gaat doen. Voor mij is dat prettig omdat ik het lastig vond om in te schatten of het lerares zijn wel iets voor mij is. Nu kan ik het rustig opbouwen en dat bevalt heel goed.”

En welke rol speelt A’DAM Onderwijs hierin?

“Best een grote rol. A’DAM heeft in eerste instantie de werkplek geregeld binnen mijn huidige school. Daar ben ik nu in dienst en het salaris loopt ook gewoon via de school. Die werkplek is ook direct mijn stageplek dus dat is heel handig. En daarnaast heb ik een coach vanuit A’DAM. De begeleiding is erg goed. Elke paar maanden hebben we een bijeenkomst met andere docenten in een soortgelijk traject, daar kunnen we ervaringen uitwisselen.”

Wat spreekt je tot nu toe het meest aan?

“Het samenspel met de kinderen. Mijn eerste klas was een groep 7 en dat was best een pittige klas. Als je daarna in de onderbouw terechtkomt, merk je wel direct het verschil. Hier gaat alles nog spelenderwijs en ik heb al gemerkt dat ik dit erg leuk vind. Ik denk dat het contact met kinderen voor mij wel het meest aansprekende is. De kleine gesprekjes, de vertrouwensband die je opbouwt, maar ook de invloed die je hebt op de ontwikkeling van een kind. Dat is echt wel iets heel bijzonders.”

Waar haal jij jouw werkgeluk uit wanneer je voor de klas staat?

“Ik vind het fijn om de dingen die ik zelf leuk vind terug te laten komen in mijn lessen. Dat kan van alles zijn. Ik vind het bijvoorbeeld erg leuk om te lezen en besteed ook bij de kinderen veel aandacht aan het lezen van boeken. Ik hoop dat ik zo die liefde voor boeken kan overbrengen. Maar naaien is ook een hobby van mij. Tijdens mijn vorige stage in groep 3 hebben we een naaiprojectje opgezet. Eerst hebben we besproken hoe je een kledingstuk maakt, daarna heb ik uitgelegd hoe je met een patroon werkt en toen mochten ze zelf spelden en knippen. En de kinderen die het durfden, mochten ook achter de naaimachine een kledingstuk naaien. Dat was echt superleuk.”

Is dat ook gelijk het voordeel van de onderbouw? Dat je meer van jezelf kan laten zien in de lessen?

“Dat denk ik wel. En volgens mij vind je dat in geen enkele andere baan terug. Er kan gewoon veel als leerkracht. Uiteraard ligt er veel vast, maar zoals ik het nu ervaar blijft er meer dan genoeg ruimte over voor je eigen creativiteit. Dat heeft natuurlijk ook met de onderbouw te maken. Bij de bovenbouw staat veel in het teken van de voorbereiding op de middelbare school. Maar ik denk dat er dan nog steeds ruimte is om zelf een leuke draai te geven aan je lessen.”

Wat voor invloed heeft die creatieve invulling op de ontwikkeling van kinderen?

“Ik denk dat het heel erg zinvol is. Het ligt er natuurlijk aan op welke school je werkt, maar er zijn veel scholen waar kinderen thuis weinig meekrijgen. Dat klinkt verdrietig, maar er wordt dan thuis niet zoveel gedaan met de kinderen. Ik denk dat het dan fijn is als kinderen op school in aanraking komen met dingen die ze anders niet zouden doen. Als ik mijn steentje kan bijdragen aan het verbreden van die horizon… dan doe ik dat natuurlijk heel graag.”

Meer weten over werkgeluk?

Bekijk hier de campagnepagina

Terug naar het overzicht

Wij werken samen met:

logo